Het universiteitsmanagement van RMIT in Melbourne heeft beleid ingevoerd om campusprotesten, bijeenkomsten en politieke organisaties te voorkomen of ernstig te beperken.
Deze stap komt na een jaar van Palestijns solidariteitsactivisme, waarin studenten eisten dat de universiteit de economische banden met Israël zou verbreken en het Sir Lawrence Wackett Centre zou sluiten, waar onderzoek wordt gedaan naar wapenbedrijven.
Eén aspect van het beleid is het beperken van het gebruik van klaslokalen. Er mag geen ruimte gereserveerd worden voor “protest- of protestgerelateerde activiteiten”. Bij gebeurtenissen die waarschijnlijk het “financiële of herhaalde” risico van RMIT met zich meebrengen, zullen de boekingen worden ingetrokken. Dit is van toepassing op “alle andere evenementen of activiteiten indien nodig” – een clausule van onbepaalde duur waardoor het management kan stoppen wat ze maar willen.
Het beleid is een flagrante aanval op Students for Palestine en socialisten, maar zou bredere implicaties kunnen hebben.
Zal het wijzen op de banden van RMIT met wapenbedrijven meetellen als het veroorzaken van reputatieschade? Hoe zit het met leraren die staken of protesteren voor betere lonen en arbeidsomstandigheden? Zal hen het recht worden ontzegd om vergaderruimtes te ontmoeten om hun eisen te bespreken?
Een andere clausule in het beleid verbiedt slapen of kamperen op de campus – een duidelijk antwoord op het Gaza Solidariteitskamp, dat RMIT-studenten eerder dit jaar een maand lang runden.
Het is studenten ook niet toegestaan om “een structuur op te zetten of te onderhouden”. Wat als structuur geldt is onduidelijk, maar het zou zelfs informatiestalletjes kunnen omvatten die gewoonlijk worden gebruikt om handtekeningen op petities te verzamelen en folders uit te hangen.
Dit beleid is nog niet officieel gemaakt, maar het management is begonnen met intimidatietactieken. Toen de Socialist Alternative Club het afgelopen jaar een openbare bijeenkomst organiseerde over de gebeurtenissen in Palestina, probeerde RMIT ons te laten betalen voor de veiligheid.
We weigerden, maar het management stuurde toch een bewaker om ons op te wachten in de vergaderruimte. De bewaker beweerde daar te zijn ‘voor onze bescherming’, maar het was een duidelijke poging om te intimideren. Een bewaker hield ook de liften in de buurt van de kamer in de gaten, en nog twee bewakers stonden bij de trap; ze stuurden een niet-student weg die de bijeenkomst wilde bijwonen.
Hoewel RMIT-studentenactivisten ondanks de intimidatie standvastig zijn gebleven, zal de druk volgend jaar waarschijnlijk toenemen.
Aanvallen op studentenorganisaties in heel Australië maken deel uit van een bredere onderdrukking van het Palestijnse solidariteitsactivisme. We moeten de solidariteitsbeweging levend houden – en we zullen ons aantal moeten vergroten om weerstand te kunnen bieden aan de intimidatie.
Bron: redflag.org.au