
Irene Vélez-Torres
Veel werk moet worden gedaan om het bewustzijn te vergroten dat de bedrijfssector ook een sociale verantwoordelijkheid heeft bij het garanderen van een duurzame toekomst. Enerzijds moet de traditionele extractieve sector zich dringend inzetten voor het geleidelijk kolen, gas en olie. Aan de andere kant moeten de nieuwe groene bedrijven hun model aanpassen en zich realiseren dat het maatschappelijk middenveld ook het recht heeft om deel te nemen. Een voorbeeld komt uit de regio La Guajira in Noord -Colombia – de plaats waar de meeste groene energieprojecten worden uitgevoerd, bewoond door inheemse gemeenschappen. Hernieuwbare energiebedrijven hebben een grote interesse op dit gebied.
Vóór de huidige regering was er een tripartiete commissie, waar alle beslissingen voor het gebied werden genomen. Deze commissie omvatte drie verschillende actoren – namelijk de nationale overheid, de lokale overheid en de bedrijven. Lokale inheemse gemeenschappen waren niet betrokken bij deze besluitvormingsprocessen. En dit ondanks het feit dat de getroffen gebieden bewoond en grondwettelijk eigendom zijn van hen.
We hebben de commissie volledig opnieuw ontworpen en er een vierde acteur aan toegevoegd door de inheemse gemeenschappen op te nemen. Het duurde een jaar om de partijen die al in de commissie zaten te overtuigen om met de lokale gemeenschappen samen te werken. Met de nieuwe commissie kan nu een eerlijkere dialoog plaatsvinden waarin lokale gemeenschappen inspraak hebben in hun toekomst. We zullen moeten afwachten of dit de richting van een bepaald wind- of zonneproject verandert.
Maar voor ons is dit een symbool van sociale participatie. Het kostte ons eigenlijk een volledig jaar om het te laten gebeuren, en dat is ook te wijten aan de traagheid van de instellingen en het verzet van sommige bedrijven.
Bron: jacobin.com