Minister van Financiën Yellen zegt dat betrokkenheid bij Peking mogelijk is, zolang het Amerikaanse ‘leiderschap’ behouden blijft
Door Timur Fomenkoeen politiek analist
Onlangs maakte de Amerikaanse minister van Financiën Janet Yellen haar eerste opmerkingen over de economische betrokkenheid van de VS bij China in bijna twee jaar.
Ze verwierp het idee dat er een oorlog tussen de VS en China is “steeds onvermijdelijker”, dat daar is “geen reden om bang te zijn voor gezonde economische concurrentie met welk land dan ook,” en dat “De economische groei van China hoeft niet onverenigbaar te zijn met het economisch leiderschap van de VS.”
Yellen zei ook dat het primaire doel van de VS altijd is om zijn “nationale veiligheid” en dus is het er niet echt op uit om de opkomst van China of zijn economie te belemmeren. Maar acties spreken meer dan woorden, en haar opmerkingen komen op de rug van de VS die proberen de hele halfgeleiderindustrie van China te verlammen, waardoor derde landen ook gedwongen worden zich aan die beperkingen te houden, en tal van Chinese bedrijven toevoegen aan hun lijst met handelsbeperkingen. het gebruik van beschuldigingen van dwangarbeid om bepaalde Chinese industrieën opportunistisch te ondermijnen en natuurlijk het handhaven van brede tarieven uit het Trump-tijdperk op Chinese export naar de VS.
Men zou zich kunnen afvragen welke vorm van economisch engagement er mogelijk is? Omdat de retoriek, overdrijving en extremiteit uit Washington niet minder bevorderlijk kunnen zijn voor een economische relatie met China, waarbij termen als ‘ontkoppeling’ de ronde doen, en het bestaan van een heel Amerikaans congrescomité puur om anti-Chinese wetgeving te produceren. De regering-Biden is trouwens zo gevoelig om ‘zwak’ over te komen op China, dat ze zal capituleren voor elke populaire trend die voldoende politieke invloed krijgt, zoals oproepen om de populaire TikTok-app te verbieden.
De VS zijn zo in beslag genomen door hun protectionistische America First-doctrine dat het niet lijkt alsof ze concessies doen. En als we naar de woordkeuze van Yellen kijken, zien we de “vangst” – China mag alleen groeien op voorwaarde dat het accepteert “Amerikaans economisch leiderschap” – met andere woorden, de politieke, economische en militaire dominantie van de VS.
Het gaat hier niet om het bereiken van een consensus of overeenkomst tussen de twee partijen; het gaat erom dat Washington eenzijdig zijn eisen aan Peking oplegt en eist dat het aftreedt van bepaalde ambities. Dit is klassiek westers imperialisme als het om China gaat. De economische betrokkenheid bij China en zijn enorme markt is geweldig, vooropgesteld dat het de Amerikanen zijn die de voorwaarden bepalen en de winst binnenhalen. Het idee dat de Chinezen hun eigen soevereine rechten en belangen doen gelden, is geen optie.
Voor een historische vergelijking hadden de Britten in de 19e eeuw hun eigen economische ‘engagement’ met China. De Opiumoorlogen waren bedoeld om China in het gareel te krijgen en zijn markt met geweld open te stellen, zodat het VK er exclusief van kon profiteren. De VS willen vandaag profiteren van de Chinese markt, maar alleen als de voorwaarden gunstig zijn voor Amerikaanse bedrijven en kapitaal, en proberen daarom capitulatie af te dwingen. Dit is de reden waarom zoveel van het Amerikaanse beleid ten aanzien van China erop gericht is het grootste deel van China’s eigen high-end industrieën en bedrijven te vernietigen of in bedwang te houden.
De VS willen bijvoorbeeld niet dat China zijn eigen commerciële passagiersvliegtuigen ontwikkelt, zoals de C919; het wil dat Peking voor altijd op Boeing vertrouwt. Het wil niet dat China zijn eigen mogelijkheden voor het maken van microchips ontwikkelt, omdat dit de controle van de VS over de industrie zal ondermijnen. Je snapt de foto. De VS hadden er weinig problemen mee dat China de low-end goedkope productie domineerde die triviale en onbelangrijke goederen maakt, zoals wegwerpbare plastic hotelkammen of nagelknippers. Dat is het soort economische betrokkenheid dat Washington wil, waar de winstbalans in haar voordeel is, maar de last van consumenten- en arbeidsuitbuiting bij de Chinezen ligt.
LEES VERDER:
De VS probeert een oude communistische vijand tegen China in te schakelen
Tot slot is het misschien vermeldenswaard dat de VS geen enkele economische concurrent tolereert, zelfs niet tussen geallieerde staten. Daarom heeft het weinig berouw getoond over de vernietiging en deïndustrialisatie van de Duitse economie, of toen het Japan kreupel maakte met het Plaza-akkoord van 1985. Het enige acceptabele China voor de VS is een zwak China, dat geen ander doel dient dan een melkkoe te zijn waaruit alle winst, prikkels en talent naar huis worden gezogen. China beschouwt dit als volkomen onaanvaardbaar, vergelijkbaar met een nieuwe ‘eeuw van vernedering’ en daarom is er geen ‘economische wapenstilstand’ mogelijk als die gebaseerd is op de overgave van China aan Amerikaanse voorwaarden.
De verklaringen, standpunten en meningen in deze kolom zijn uitsluitend die van de auteur en vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs die van RT.
Bron: www.rt.com