Sholten Singer/The Herald-Dispatch/AP
Op maandag, een federale rechtbank heeft beperkingen op een wet in Ohio verworpen die het een misdrijf maakte voor een niet-familielid om te helpen bij het terugbrengen van het briefstembiljet van een gehandicapte naar een brievenbus of dropbox. Andere delen van de wet in kwestie HB 458, zoals het afschaffen van een dag voor vervroegd stemmen en meer beperkingen op kiezers-ID, worden nog steeds toegepast.
Veel gehandicapten stemmen via een briefstembiljet. Het kan lastig zijn om naar fysieke stemlocaties te reizen, die mogelijk niet toegankelijk zijn.
De League of Women Voters of Ohio en individuele kiezer Jennifer Kucera, die lijdt aan spinale musculaire atrofie, brachten de zaak naar voren en zij werden vertegenwoordigd door de ACLU, de ACLU van Ohio en het advocatenkantoor Covington & Burling.
Vorig jaar december zei Kucera dat “ik volgens de huidige wetten mijn burgerplicht om te stemmen niet mag vervullen als mijn moeder om welke reden dan ook niet in staat is om mij te helpen stemmen, ook al zouden mijn verzorgers beschikbaar zijn om mij te helpen.”
De rechtbank van het noordelijke district van Ohio heeft gisterenavond een samenvattend vonnis gewezen, waarin werd verwezen naar artikel 208 van de Voting Rights Act, die gehandicapte kiezers toestaat om hulp te krijgen bij het stemmen van een voorkeurspersoon.
“Hoe dan ook, de duidelijke schending van een federaal gegarandeerd stemrecht in deze zaak weegt zwaarder dan de schade die de gedaagden en tussenkomende partijen mogelijk lijden”, schreef rechter Bridget Meehan Brennan in haar beslissing.
In een persbericht zei Freda Levenson, juridisch directeur van de ACLU in Ohio, dat “dit een overwinning is voor de democratie” en “de juiste interpretatie is van de Voting Rights Act en een geldige beslissing voor de kiezers van Ohio.”
Bron: www.motherjones.com
