De Verenigde Naties nam woensdag een historische resolutie aan die oproept tot het beëindigen van de Israëlische bezetting van de Palestijnse gebieden op de Westelijke Jordaanoever, Oost-Jeruzalem en Gaza. 124 van de 181 lidstaten stemden vóór de maatregel.
De Verenigde Staten stemden, samen met 13 andere landen, tegen de resolutie en bleven daarmee hun onvoorwaardelijke steun aan Israëls acties in Palestina uitspreken.
De ingrijpende resolutie bouwt voort op een ongekende uitspraak van 19 juli van het hoogste gerechtshof van de VN, het Internationaal Gerechtshof, dat de bezetting van Palestijnse gebieden door Israël tot een illegaal apartheidssysteem verklaarde dat moet stoppen. De laatste resolutie, ingediend door Palestina, bevestigt de uitspraak van juli, en stelt een tijdsbestek van 12 maanden vast voor de terugtrekking van het Israëlische leger uit het bezette Palestijnse gebied, inclusief de verwijdering van Israëlische kolonisten, een halt aan de annexatie van Palestijns land door Israël, evenals de teruggave van land dat sinds het begin van de bezetting in 1967 van Palestijnen is afgenomen.
De stemming van woensdag had 124 landen voor de resolutie, 14 tegen en 43 onthoudingen. Naast de Verenigde Staten en Israël, bestond de coalitie van 14 landen die tegen de resolutie waren uit slechts twee Europese staten, Tsjechië en Hongarije; twee Zuid-Amerikaanse landen, Argentinië en Paraguay; de Afrikaanse natie Malawi; Papoea-Nieuw-Guinea; en zes kleine Pacifische eilandstaten.
“Deze resolutie maakt overduidelijk dat de overgrote meerderheid van de internationale gemeenschap de bevindingen van het Internationaal Gerechtshof steunt dat de 57 jaar durende bezetting van het bezette Palestijnse gebied door Israël een schending is van het internationaal recht en niet mag worden voortgezet”, aldus Jessica Peake, hoogleraar internationaal recht aan de rechtenfaculteit van UCLA. Ze voegde eraan toe dat de stemming “historisch” is gezien de status van Palestina als nieuw lid van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties.
Nadat de vergadering in mei een resolutie had goedgekeurd, ondanks Amerikaanse tegenstand, is de staat Palestina nu één van de lidstaten en heeft het het recht gekregen om voorstellen in te dienen en deel te nemen aan commissies, maar kan nog steeds niet stemmen.
De VN-resolutie is echter, net als de uitspraak van het VN-hof in juli, niet juridisch bindend en de VN heeft geen manier om haar uitspraken af te dwingen.
“En nu is het aan andere lidstaten in de internationale gemeenschap om echt druk uit te oefenen op Israël en zijn bondgenoten om dat te laten gebeuren,” zei Peake. Ze noemde mogelijke hefbomen om Israël tot actie aan te zetten, zoals landen die luider aandringen op het einde van de illegale bezetting, militaire hulp inhouden en verdere sancties opleggen. De Verenigde Staten sturen elk jaar miljarden dollars aan militaire hulp naar Israël.
Veel van de oppositie tegen de resolutie had te maken met de reikwijdte ervan, waarbij sommige landen betoogden dat het verder gaat dan wat het advies van juli vraagt. Landen die tegen de resolutie stemden of zich onthielden, bekritiseerden het tijdsbestek van 12 maanden voor het beëindigen van de bezetting als onrealistisch en zeiden dat Israël een belangrijkere onderhandelingspartner moet zijn. De Amerikaanse ambassadeur bij de VN Linda Thomas-Greenfield zei eerder dat de resolutie de inspanningen om te onderhandelen over een tweestatenoplossing verder ondermijnt. De regering van president Joe Biden heeft, net als eerdere regeringen, gezegd dat ze de Palestijnse soevereiniteit en een tweestatenoplossing steunt, maar heeft nog geen levensvatbaar pad uitgestippeld om dit te bereiken.
Thomas-Greenfield verhulde verder alle pogingen om een Palestijnse staat te worden door te zeggen tijdens een panel bij de Raad van Buitenlandse Zaken in New York dat Palestina niet klaar is om een onafhankelijke natie te worden. “Ik geloof niet dat de Palestijnen, zoals ze nu bestaan, alle elementen hebben om het een staat te geven,” zei ze, eraan toevoegend dat ze zich zorgen maakte over “kwesties van vrede en veiligheid.”
Peake zei echter dat de erkenning van Israël als bezettingsmacht door de VN terecht is en dat het tijdsbestek van 12 maanden de oplossing een noodzakelijke deadline geeft.
“Anders hebben we gewoon een nogal vage verklaring die Israël aanmoedigt zich terug te trekken,” zei ze. “Ik denk dat het ons echt helpt om over 12 maanden te zien wat Israël heeft gedaan. Het stelt een tijdslimiet — het stelt een moment in de tijd vast waarop de internationale gemeenschap naar Israëls gedrag kan kijken en kan nagaan of het de aanbevelingen die de Algemene Vergadering via deze resolutie heeft gedaan, wel of niet heeft nageleefd.”
Voorafgaand aan de stemming publiceerden meer dan 30 mensenrechtenorganisaties een brief waarin ze VN-leden aanspoorden om vóór de resolutie te stemmen, evenals het einde van wapenverkoop en -overdrachten aan Israël. De brief noemde schendingen van het humanitair recht, zoals het gebruik van wapens om Palestijnse burgers aan te vallen, waaronder kinderen, het willekeurig gevangen zetten van Palestijnen en het ontnemen van bewegingsvrijheid en medische hulp.
“Het niet naleven van het advies van het ICJ zal een signaal afgeven dat staten selectief kunnen zijn in hun toepassing van het internationale recht”, aldus de brief. “Het is van groot belang dat staten hun toewijding aan internationale instellingen en de internationale orde die er al bijna 80 jaar is, versterken en tonen.”
Bron: theintercept.com
