Guido Alfani

Vooral vanaf de Middeleeuwen werd het duidelijk dat de rijken vaak negatief werden bekeken en als zondaars werden gezien. Theologen herlezen destijds de Bijbel en benadrukten enkele van de ernstigste kritieken op de rijken, zoals de bewering van Jezus dat “het gemakkelijker is voor een kameel om door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke man om het koninkrijk van God binnen te gaan. .” In werkelijkheid was de kwestie vooral problematisch voor gewone mensen die rijk werden. Het probleem lag niet echt bij de edelen, die volgens theologen hun bevoorrechte toegang tot hulpbronnen hadden als onderdeel van Gods plan voor de organisatie van de samenleving. In theorie waren edelen ook verantwoordelijk voor de bescherming van hun onderdanen, waardoor een soort uitwisseling tussen edelman en onderdaan ontstond. De zorg lag bij het gewone volk: waarom waren ze rijk? Waarom verzamelden ze rijkdom in plaats van deze te gebruiken om de armen te helpen?

Voor iemand als Thomas van Aquino was het antwoord duidelijk: zij waren zondaars en het doel was om te voorkomen dat de zonde zich verspreidde. Thomas van Aquino adviseerde zelfs om gewone mensen niet toe te staan ​​internationale handel te drijven, uit angst dat ze te rijk zouden worden. Wat nog erger was, was toen de rijken hun geld verdienden door middel van leningen. Thomas van Aquino, reflecterend op de leringen van Aristoteles, betoogde dat geld niet meer geld zou moeten genereren – “geld brengt geen geld voort”, zoals de Latijnse uitdrukking luidt. Het zich bezighouden met dergelijke praktijken, en in het bijzonder het uitlenen tegen rente, was in wezen een zonde, omdat het inhield dat iemand moest betalen voor tijd, en aangezien tijd God toebehoort, werd het feitelijk beschouwd als stelen van God.

Ondanks de inspanningen van de theologen slaagden ze er uiteindelijk niet in om de heersers ervan te weerhouden hun onderdanen rijk te laten worden, omdat de heersers wilden dat rijke mensen in hun gemeenschappen belasting zouden heffen en geld zouden verstrekken wanneer dat nodig was. Desalniettemin hebben deze theologen aanzienlijk bijgedragen aan het diepgewortelde wantrouwen in onze cultuur jegens degenen die rijkdom vergaren, vooral in de financiële wereld, wat nog steeds als minder legitiem wordt gezien dan rijkdom die wordt verkregen door ondernemerschap, innovatie of andere gebieden waar men rijk kan worden.




Bron: jacobin.com



Laat een antwoord achter