Maersk verzendt miljoenen ponden aan militaire goederen naar Israël

Eind oktober, weer een andere video uit Gaza toonde tientallen Palestijnse mannen die door Israëlische soldaten werden opgepakt, geblinddoekt en weggevoerd. In de beelden, uitgezonden door een Israëlische nieuwszender, werden de Palestijnse gijzelaars, naar verluidt afkomstig uit de belegerde stad Jabalia in het noorden van Gaza, opgesloten in de laadbak van een Israëlische militaire vrachtwagen.

Het voertuig lijkt een Oshkosh M1085 5-Ton Long Cargo medium tactisch voertuig te zijn.

Het afgelopen jaar heeft het Israëlische leger minstens 100 Oshkosh-pantservoertuigen ontvangen, zoals die in de video. Ze kwamen aan op schepen van de commerciële scheepvaart- en logistieke gigant AP Moller Maersk.

Israël gebruikt al lange tijd gepantserde voertuigen als moordmachines in de bezette Palestijnse gebieden. Beelden van Palestijnen die verpletterd worden door Israëlische tanks en vrachtwagens zijn nu grimmig bekend voor iedereen die aandacht besteedt aan de aanhoudende Israëlische aanval op Gaza.

De rol van Maersk bij het verschepen van de Oshkosh-pantservoertuigen kwam aan het licht als onderdeel van een nieuw onderzoek van onderzoekers van de Palestijnse Jeugdbeweging en Progressive International. Het onderzoek beschrijft hoe Maersk miljoenen kilo’s aan militaire goederen, waaronder honderden gepantserde en tactische voertuigen en hun onderdelen, naar het Israëlische Ministerie van Defensie heeft verzonden sinds de Israëlische genocideoorlog vorig jaar begon.

De bevindingen, vooraf gedeeld met The Intercept, onthullen de belangrijke rol die Maersk – een beursgenoteerd familiebedrijf – heeft gespeeld bij het leveren van militaire goederen aan Israël, waaronder tanks en andere gepantserde voertuigen of hun onderdelen, vliegtuigonderdelen, gepantserde platen. , onderdelen voor artilleriesystemen en vele honderden zendingen die niet-geïdentificeerde of niet-gespecificeerde ‘militaire uitrusting’ zijn.

Door de exportgegevens van meer dan 2.000 zendingen van het afgelopen jaar te analyseren, melden de onderzoekers dat ze een commerciële toeleveringsketen hebben kunnen onthullen die bol staat van materieel dat bestemd is voor gebruik bij de Israëlische aanval op Gaza. De onderzoekers zeiden dat de beschikbare scheepvaartgegevens erop wijzen dat Maersk-schepen een Spaans embargobeleid schonden door door de haven van Algeciras te varen.

Het Spaanse embargo verbiedt vrachtschepen die wapens vervoeren die gebruikt zouden kunnen worden voor oorlogsmisdaden, Spaanse havens aan te doen; in mei zei het ministerie van Buitenlandse Zaken dat de regel van toepassing zou zijn op militaire goederen met bestemming Israël. Sindsdien zijn Maersk-schepen met militaire goederen op weg naar Israël, inclusief apparatuur om bommen op vliegtuigen te plaatsen, regelmatig via Algeciras vervoerd, een van de grootste havens van Europa, aldus onderzoekers van de Palestijnse Jeugdbeweging en Progressive International. (Maersk reageerde niet op een verzoek om commentaar.)

In reactie op een verzoek om commentaar van El Diario, een Spaanse krant die ook geavanceerde toegang had tot de bevindingen van de onderzoekers, zei een woordvoerder van het Spaanse ministerie van Buitenlandse Zaken dat de regering de informatie aan het beoordelen was en dat “alle noodzakelijke maatregelen zullen worden genomen” om het embargo afdwingen.

“We kunnen duidelijk stellen dat Spanje de wet overtreedt”, zegt Irene Montero, lid van het Europees Parlement van de Spaanse linkse partij Podemos. “Artikel 8.1 van Wet 53/2007 betreffende de Buitenlandse Wapenhandel stelt dat de toestemming voor de doorvoer van militair materiaal moet worden opgeschort wanneer er ‘rationele aanwijzingen’ zijn dat het materiaal zal worden gebruikt om conflicten te verergeren, op een manier die in strijd is met de menselijke waardigheid, of in een schending van de mensenrechten.”

Ze voegde eraan toe: “Dit betekent dat zelfs als de officiële bestemming van het militaire materiaal niet Israël is, als er aanwijzingen zijn dat het materiaal Israël zou kunnen bereiken en gebruikt zou kunnen worden op een manier die een schending van de mensenrechten inhoudt, de Spaanse regering ook het gebruik ervan zou moeten verbieden. doorvoer van die wapens.”

De Spaanse autoriteiten hebben in mei een schip met wapens op weg naar Israël afgewezen, kort nadat het embargo expliciet was ingesteld.

“Dit is de eerste keer dat we dit doen, omdat het de eerste keer is dat we een schip hebben ontdekt dat een lading wapens naar Israël vervoert en een Spaanse haven wil aandoen”, zei de Spaanse minister van Buitenlandse Zaken José Manuel Albares destijds. “Het ministerie van Buitenlandse Zaken zal dergelijke tussenstops systematisch afwijzen om één voor de hand liggende reden: het Midden-Oosten heeft niet meer wapens nodig, het heeft meer vrede nodig.”

Het onderzoek

De onderzoekers riepen de Spaanse autoriteiten op om de schepen te doorzoeken en het verbod af te dwingen. Uit gegevens blijkt dat Maersk sinds de aankondiging van het embargo bijna duizend goederenzendingen via Algeciras naar het Israëlische leger heeft gedaan.

“Dit is een Amerikaanse genocide, gefinancierd door Amerikaanse militaire verkopen en vervaardigd door Amerikaanse wapenbedrijven.”

Organisatoren van de Palestijnse Jeugdbeweging en Progressive International hopen dat hun onderzoek naar Maersk de aandacht zal vestigen op de mondiale toeleveringsketens die de Israëlische oorlog mogelijk maken, zodat activisten hun strategieën kunnen aanscherpen.

“Dit is een Amerikaanse genocide, gefinancierd door Amerikaanse militaire verkopen en vervaardigd door Amerikaanse wapenbedrijven”, zegt Kaleem Hawa van de Palestijnse Jeugdbeweging, een hoofdonderzoeker van de Maersk-campagne. “Hun systeem is een cumulatief systeem; van wapencomponenten die naar de Amerikaanse fabrikanten stromen, van wapens die naar het Israëlische leger stromen, en van goederen uit gestolen land die uit Palestina stromen – elke keten van medeplichtigheid die het Israëlische project van massale dood in stand houdt, is afhankelijk van logistieke bedrijven als Maersk.”

De Palestijnse Jeugdbeweging, een door Palestijnen geleide diasporagroep, lanceerde afgelopen juni de “Mask Off Maersk”-campagne om licht te werpen op de rol van de rederij bij het faciliteren van de circulatie van materieel dat wordt ingezet bij de Israëlische aanvallen op Palestina en Libanon. De groep wil een beweging opbouwen rond een buiten-congresstrategie, die zij een ‘volkswapenembargo’ noemt. Het idee is om de infrastructuur aan te vallen die de door het Westen gesteunde aanval van Israël mogelijk maakt, door middel van een strategie van mobilisaties, desinvesteringen en arbeidsactie.

De Amerikaanse regering is verantwoordelijk voor de levering van bijna 70 procent van Israëls geïmporteerde wapens, zoals straaljagers, raketten en duizenden verwoestende bommen van 2.000 pond.

Hoewel het vaak onduidelijk is welk materieel Maersk verscheept, is het bedrijf door het Pentagon gecontracteerd om wapens naar Israël te transporteren. Informatie over Maersk-zendingen naar het Israëlische leger namens de Amerikaanse regering is moeilijk te achterhalen, aldus de onderzoekers, vanwege de beperkte informatie die voor het publiek beschikbaar is over de aard van de zendingen.

“Expediteurs”

Het onderzoek van de Palestijnse Jeugdbeweging en Progressive International richt zich op de miljoenen ponden aan militaire goederen die het afgelopen jaar aan boord van commerciële schepen van Maersk naar Israël zijn vervoerd.

De meeste onderzochte zendingen vertrokken vanuit de haven van Elizabeth, in New Jersey, de grootste terminal aan de oostkust van Maersk, geëxploiteerd door dochteronderneming APM, die dagelijks meer dan 2.500 vrachtwagens aan zendingen verwerkt. De onderzoekers van de campagne doorzochten de verzendgegevens om geharmoniseerde systeemcodes, of HS-codes, te verzamelen om de aard van de inhoud vast te stellen die door Elizabeth naar het Israëlische leger werd gestuurd.

Interglobal Forwarding Services, een Amerikaans bedrijf gevestigd in New Jersey, opereert als de in de VS gevestigde expediteur voor het Israëlische Ministerie van Defensie – dat wil zeggen, het bedrijf dat de verplaatsing van zendingen organiseert.

Door het gebruik van expediteurs kan het Israëlische leger de oorspronkelijke fabrikant van de militaire goederen voor het publiek verborgen houden, waarbij alleen de expediteur als ‘verlader’ wordt vermeld. Alleen door gegevens uit vrachtbrieven – de term voor transportcontracten en documenten – te decoderen, konden onderzoekers de inhoud herleiden tot fabrikanten van militaire goederen.

Tot de betrokken firma’s behoorden de Oshkosh Corporation en Rolls-Royce Solutions America, die de motoren maken die worden gebruikt in de Israëlische Namer-pantserwagen, die ook door Maersk wordt geleverd. (Oshkosh, Rolls-Royce en Interglobal reageerden niet op verzoeken om commentaar.)

Volgens de onderzoekers komt een aantal van de vermelde inhoud overeen met “minstens drie” wapenovereenkomsten die het afgelopen jaar tussen de VS en Israël zijn gesloten. De regering-Biden heeft herhaaldelijk Amerikaanse financiering voor Israël goedgekeurd om wapens van Amerikaanse makelij te kopen, waardoor bijvoorbeeld meer dan 700 miljoen dollar aan hulp aan en verkoop van tactische voertuigen van Oshkosh is gezegend.

Naast de traceerbare zendingen onthullen de door de onderzoekers beoordeelde gegevens enorme hoeveelheden ongeïdentificeerde en ongecategoriseerde militaire vracht die vanuit de VS naar het Israëlische leger is verzonden op Maersk-containerschepen.

“Hoewel de meeste records in de dataset beschrijvingen bevatten van de items in elke zending, wordt dergelijke informatie in een aanzienlijk aantal records weggelaten”, aldus de onderzoekers in een verklaring. “Niet-geïdentificeerde vracht – zendingen met volledig blanco beschrijvingen van hun inhoud in hun respectieve vrachtbrieven – waren goed voor bijna 35 procent van alle waargenomen zendingen sinds het begin van de oorlog tegen Gaza.”

Meer dan 6 miljoen pond vracht is door Maersk naar het Israëlische leger verscheept met een “niet-geïdentificeerde” inhoud in de scheepslogboeken, zonder enige specifieke inhoudscode of vermelding van een specifieke fabrikant als afzender. Alleen Interglobal Forward Services wordt vermeld.

Interglobal kwam in 2017 onder vuur te liggen in een rapport van de International Peace Information Service, een onafhankelijk onderzoeksinstituut voor de mensenrechten, vanwege zijn scheepvaartactiviteiten tijdens de Israëlische aanval op Gaza in 2014. Destijds vermeldden de verzenddocumenten van de expediteur niet de naam van de bedrijven die feitelijk militair materieel naar Israël verscheepten.

In het rapport uit 2017 werd opgemerkt dat, al tien jaar geleden, “de vrachtbrieven die de zendingen van militaire en aanverwante uitrusting naar Israël op commerciële schepen vergezellen” “slecht beschreven waren en meestal in algemene termen.” Net als bij de Maersk-zendingen van het afgelopen jaar, “bevatten honderden vrachtbrieven alleen ‘militair materieel’ als beschrijving van de lading.”

Nu willen sommige Spaanse waarnemers dat hun regering actie onderneemt om de stroom militaire goederen via Spaanse havens een halt toe te roepen.

“De Spaanse regering heeft gedurende dit genocidejaar herhaaldelijk gelogen over de verkoop, aankoop en doorvoer van wapens die bestemd zijn voor Israël”, zegt Ione Belarra, een politicus bij Podemos. “Het is tijd dat Spanje en Europa aan hun wettelijke verplichtingen voldoen en alle commerciële en diplomatieke betrekkingen met een terroristische staat als Israël opschorten.”