Aäron Donaghy
Welnu, dit heeft te maken met de context van die tijd, vooral in het licht van het Amerikaanse falen in Vietnam. Veel strategische analisten waren van mening dat de Sovjets in wezen profiteerden van de ontspanning. Ze hadden onderhandeld met [Richard] Nixon, maar ze waren ook bezig met een militaire opbouw. Dus in de jaren zeventig, nu de oorlog in Vietnam ten einde loopt, is het nationale veiligheidsestablishment sterk verdeeld tussen degenen die bijvoorbeeld vinden dat Amerika de obsessie met nieuwe strategische nucleaire systemen moet afzwakken, en degenen die vinden dat de VS behoefte hebben aan om een nieuwe militaire opbouw uit te voeren om de strijd naar de Sovjets te brengen en vanuit een sterke positie te onderhandelen.
Brzezinski was een groot voorstander van deze laatste benadering, terwijl Vance meer geïnteresseerd was in het vinden van punten van overeenstemming met de Sovjets, gebieden van overeenstemming. Het nationale veiligheidsestablishment was dus verdeeld, en Carter voelde zich in veel opzichten gevangen tussen deze twee stromingen, tussen de liberalen en de conservatieven.
En dit is niet alleen een partijdig debat. Het is ook een debat binnen de partijen, omdat je zulke agressieve Democraten hebt [Henry M.] ‘Scoop’ Jackson, die er bij Carter op aandringen de militaire uitgaven te verhogen en zich te verzetten tegen het idee van ontspanning. En natuurlijk heeft Carter die conservatieven nodig om elke overeenkomst die hij uiteindelijk met de Sovjets zou kunnen bereiken, te ratificeren. Het is dus een delicate evenwichtsoefening waarmee Carter te maken krijgt als hij aan de macht komt.
Bron: jacobin.com