- Interview door
- Chris Maisano
De nieuwe Amerikaanse socialistische beweging die voortkwam uit de presidentiële campagne van 2016 was in zekere zin een ‘America First’-links. Niet omdat het nationalistisch, xenofoob of isolationistisch was, maar omdat het zich grotendeels richtte op binnenlandse politieke kwesties: onder meer Medicare for All, de kwijtschelding van studentenschulden en racisme en geweld bij de politie.
Op 7 oktober veranderde dit van de ene op de andere dag. Sinds afgelopen herfst ligt de overweldigende focus van links in de VS op het protesteren tegen de diepe medeplichtigheid van de Amerikaanse regering aan de moorddadige vergeldingsmaatregelen van Israël tegen de Palestijnen. Een van de grootste verhalen in de Amerikaanse politiek van vandaag is de golf van protest en repressie die de universiteitscampussen heeft overspoeld en die op het punt staat de uitkomst van de presidentsverkiezingen van dit najaar te beïnvloeden. Voor veel studenten is de startdag al aangebroken, maar één ding lijkt duidelijk: de zomervakantie zal geen einde maken aan de beweging in solidariteit met het Palestijnse volk.
De Palestijnse solidariteitsbeweging werpt een reeks grotere vragen op die nieuw links nog moet beantwoorden. Wat is de betekenis van internationalisme vandaag de dag? Hoe zou het socialistisch internationalisme eruit moeten zien in een steeds multipolairer tijdperk? Zou een multipolaire wereld vreedzamer en progressiever zijn, of slechts de nieuwste versie van de geopolitiek van de grootmachten? Jacobijn redacteur Chris Maisano sprak onlangs met drie vooraanstaande beoefenaars van het internationalisme aan de linkerzijde van de VS – Phyllis Bennis, Bill Fletcher Jr en Van Gosse – over hun ervaringen op dit gebied en hun opvattingen over wat het betekent om internationalist te zijn in de eenentwintigste eeuw. eeuw.
Bron: jacobin.com